BOEKENBORREL

Dichter, schrijver, theatermaker, drummer—wat is Joost Oomen niet? Tussen de dichtbundels, romans, reisverslagen en columns door werd hij ook nog even finalist bij De Slimste Mens en riep de Volkskrant ‘m uit tot literair talent van het jaar. Zijn voorstelling Alle dichters hebben gouden helicopters ging vorig jaar in De Kleine Komedie in première. En vanmiddag verzorgt hij zijn Boekenborrel, om ons te vertellen welke schrijvers zich schuil houden in zijn boekenkast. En het eerste drankje is van ons.

Charles Dickens was nooit Charles Dickens geweest zonder Shakespeare. Nora Ephron greep keer op keer naar Pride & Prejudice. En Fran Lebowitz heeft ook zo haar literaire voorkeuren: “Ik heb liever dode schrijvers, want die kom je niet tegen op feestjes.” Schrijvers en hun inspiratiebronnen. In de Boekenborrel. Samen met Athenaeum Boekhandel nodigen we één keer per maand een schrijver uit om zijn of haar persoonlijke favorieten voor te lezen. Elke editie neemt een andere auteur plaats op onze voorleesfauteuil. Een kijkje in de boekenkast van je favoriete schrijvers. Een uur lang. Eerst de boeken, dan de borrel. Want het moet wel gezellig blijven. En het moet allitereren—zo gaat dat bij literatuur. We schieten van Simon Carmiggelt naar David Sedaris en van Harry Mulisch naar Oscar Wilde. Al had die laatste een hele andere kijk op de zaken: “Ik kan de honderd beste boeken niet kiezen,” aldus Wilde, “want ik heb er maar vijf geschreven.”